Het hart van ieder biotechnologie bedrijf.

beeld zee

Vanaf het moment dat Johan Renes en Paul Steverink hun krachten bundelden in JPWaVe is het bedrijf alleen maar gegroeid. Samen met hun nieuwste partner Barend Bouma maken ze zich sterk voor de bewaking van een centrale rol voor Intellectual Property in de biotechnologie. Ze onderscheiden zich doordat ze Intellectual Property, net als Research & Development, zien als een cruciaal onderdeel van de bedrijfsstrategie. Een visie die internationaal ook aanslaat.

 

Als professionals in de biotechnologie hebben de drie managers hun sporen eigenlijk al verdiend. Dat is wellicht ook de reden dat ze hun kennis nu gebruiken om anderen de weg te wijzen. Johan Renes was jarenlang verantwoordelijk voor de patentaanvragen bij Akzo en managing partner bij octrooibureau Vereenigde in de tijd dat dit bedrijf uitgroeide tot leidend octrooibureau in Nederland. Paul Steverink boog zich als PhD over verschillende ontwikkelprogramma’s voor vaccins en heeft zich via een MBA aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam gespecialiseerd in (corporate) finance. Barend Bouma tenslotte ontmoette de eerste twee heren tijdens de opstart van het bedrijf Crossbeta Biosciences waar hij als onderzoeker aan verbonden was. Hij heeft toen zelf ervaren hoe succesvol een traject van JPWaVe kan zijn. Crossbeta Biosciences is een van de voorbeelden van biotechnologie bedrijven die in de opstartfase al profiteerden van de bijzondere visie op Intellectual Property van Johan en Paul. Hun initialen komen terug in JP en WaVe kan duiden op de frisse wind die zij door bedrijven laten waaien.

Visie
In het ruime kantoorpand in het midden van Nederland kijken de drie liever niet terug, maar vooral vooruit. Volgens hen past in het steeds veranderende landschap van de biotechnologie een zienswijze die zich richt op de lange termijn. Paul Steverink legt uit dat hun aanpak borg staat voor de levensvatbaarheid van biotech ondernemingen. ‘Neem bijvoorbeeld grote rijksonderzoeksinstellingen. Daar was het belangrijk een minimum aantal octrooi-aanvragen per jaar te doen, maar werd er niet gekeken naar hoe zinvol deze op den duur zijn. Zo valt minstens negentig procent van de aanvragen voor projecten of startende bedrijven die we hier krijgen vooralsnog of definitief af vanwege deficiënties die nog ingelost moeten worden. Om dat uit te leggen zou je volgens Johan Renes een parallel kunnen trekken naar een beddenfabrikant die onderzoek doet naar matrassen, octrooi aanvraagt op de lattenbodems, maar het geld verdient met ledikanten. Voor veel bedrijven is het strategisch denken over intellectueel eigendom kortom niet in het bedrijf ingebed en hebben octrooien daardoor geen enkele waarde. ‘Onze hoofdgedachte is dat alle betrokkenen op het gebied van R&D, Intellectual Property en business strategie binnen een organisatie, bij innovatie een rol moeten spelen.’

Omdat de materie waar JPWaVe zich mee bezighoudt voor veel managers lastig te doorgronden is, gaat het er bij het inschakelen van hun expertise vooral om bij de betrokken partijen een vorm van ‘awareness’ te creëren. Johan Renes legt uit dat de opzet is de communicatie tussen de drie pijlers onderzoek, business en Intellectual Property tot stand te brengen. ‘Een goed voorbeeld in dat opzicht is een medicijn dat na toelating nog een tweede toepassing blijkt te kunnen hebben bij een andere indicatie. Een fout die we dan wel eens gemaakt zien worden, is dat de nieuwe toepassing wel gepubliceerd, maar niet geoctrooieerd wordt. Hierdoor kan het gebruik van het medicijn, voor de nieuwe toepassing, korter beschermd in de markt worden gehouden, wat uiteindelijk leidt tot een vermijdbare omzetterugval. Bij bedrijven waar de Intellectual Property strategie in lijn ligt met R&D strategie en de bedrijfsstrategie voorkomt een goede communicatie een dergelijke misser.’ ‘Zie daar onze missie.’

Flexibiliteit
De aanpak van JPWaVe is niet alleen voor opstartende bedrijven onmisbaar, ook grotere bedrijven profiteren van het inbedden van een Intellectual Property strategie. Deze vaak minder flexibele organisaties vragen volgens Johan Renes wel een andere benadering. ‘Daarbij is het lastiger om een nieuw kader te scheppen, omdat er vaak al een aanwezig is in de vorm van een externe partner die de octrooi-aanvragen regelt. Onze aanpak is erop gericht een nieuwe basis te leggen waarbij onderzoek, Intellectual Property en business samen het kloppend hart gaan vormen van het bedrijf.’ Het grote voordeel van het werken met startende bedrijven is volgens Paul Steverink juist dat daar de bagage van een octrooi-afdeling ontbreekt. ‘Hun vraag is vaak generieker en heeft meer te maken met de levensvatbaarheid van de onderneming. Is een traject mogelijk succesvol dan zoeken wij in ons netwerk naar (mede-) investeerders. Zo hebben we aan de basis gestaan van verschillende ondernemingen in de biotechnologie. Is het bedrijf eenmaal winstgevend dan koopt het de aandelen vaak terug.’

Omdat in Nederland steeds meer grotere farmaceutische bedrijven verdwijnen, zien de drie partners dat de spoeling in eigen land steeds dunner wordt. Door de beperkte omvang van de life sciences-sector in Nederland is het aantal investeringen beperkt. Geen wonder dus dat JPWaVe inmiddels zijn vleugels heeft gespreid en is uitgevlogen naar landen als België en Duitsland. ‘Wat wij in Nederland vooral zien is dat de biotechnologie-sector na jarenlange ondersteuning door de overheid volwassen moet worden. Door het vertrek van grote ‘plants’ is veel expertise verdwenen en hebben jonge ondernemers minder boegbeelden waaraan ze zich op kunnen trekken. Ze moeten zich meer bezig houden met de toepassing en het eventuele maatschappelijke nut op den duur. Een ontwikkeling die de heren van JPWaVe zeker aanspreekt. Paul Steverink: ‘Ambitie is prima, maar het gaat in de biotechnologie om meer dan alleen snel geld verdienen. Vooral die behoefte aan maatschappelijke betrokkenheid wordt steeds belangrijker. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de verontwaardiging bij het niet vergoeden van dure medicijnen voor ziekten als Pompe en Fabry. Dan zijn er steeds vaker private investeerders die vanuit een gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid bij willen dragen aan de ontwikkeling. Wat dat betreft biedt de nieuwe dynamiek binnen de biotechnologie ook weer andere ‘opportunities’.’